Waarderingsgrondslagen |
---|
Inleiding
De jaarrekening is opgemaakt conform de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.
Vergelijkende cijfers
Bij de Financiële vaste activa waren de kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in 2021 verantwoord onder de Uitzettingen met een looptijd langer dan 1 jaar.
De overlopende activa zijn nader uitgesplitst conform de BBV-richtlijnen.
In 2021 waren de af te dragen loonbelasting en te betalen pensioenpremies opgenomen onder de 'Overige vlottende 'schulden', deze zijn nu gerubriceerd onder de Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen’, ook zijn de vooruitontvangen bedragen uitgesplitst conform de BBV-richtlijnen.
Algemeen
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van de historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Ten aanzien van de bepaling van de baten inzake de algemene uitkering is uitgegaan van de laatst gepubliceerde accres-mededeling, zijnde de septembercirculaire 2022.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.
Balans
Vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven.
Materiële vaste activa met economisch en maatschappelijk nut worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven.
Voor de gehanteerde afschrijvingstermijnen wordt verwezen naar de Nota waardering en afschrijving vaste activa 2017 gemeente Scherpenzeel.
Financiële vaste activa
De langlopende geldleningen u/g zijn opgenomen tegen de nominale waarde.
De obligatieportefeuille is gewaardeerd tegen de nominale waarde omdat de gemeente de obligaties wil aanhouden tot einde looptijd.
Vlottende activa
De niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De vorderingen en liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Voorzieningen
De voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter op de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd.
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
Toelichting onzekerheid eigen bijdrage WMO
Een aanvrager van een voorziening, hulp in de huishouding of een financiële tegemoetkoming (persoonsgebonden budget) is op grond van de WMO een bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. De informatievoorziening van het CAK naar de gemeente is om privacy redenen beperkt. Hierdoor kan de gemeente niet de juistheid en volledigheid op persoonsniveau en op totaalniveau van de eigen bijdragen vaststellen. In de kadernota rechtmatigheid 2016 van de commissie BBV geeft deze commissie aan dat de wetgever in feite bepaald heeft dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdrage geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat de gemeente geen zekerheid omtrent de omvang en de hoogte van de eigen bijdrage kan krijgen. In de jaarrekening is dus sprake van een onzekerheid ten aanzien van deze eigen bijdrage, ook al ligt de oorzaak hiervan niet bij de gemeente.